De pupillencompetitie bestaat al tientallen jaren. De jongste atleten doen twee technische nummers, een sprint en ze kunnen meedoen aan een lang loopnummer. Afgelopen weekend is bij A.V. Weert getest met een nieuwe vorm van pupillencompetitie. De meer serieuze onderdelen worden afgewisseld met speelse nummers, die uiteraard nog steeds aansluiten bij de atletieksport.
Een veel gehoorde klacht is dat een atletiekwedstrijd altijd zo lang duurt. Zeker als hoogspringen op het programma staat. Bij de wedstrijden nieuwe stijl wordt er daarom op een andere manier gewerkt. De kinderen starten in groepen van twaalf en werken in 3 uur 8 onderdelen af. Dit zijn traditionele onderdeel, maar ook bijvoorbeeld horden of verspringen met een hindernis. Alles is er op gericht op ‘verder, hoger, sneller’, zonder de ontwikkeling van het kind uit het oog te verliezen.
Bij meerdere vereniging vonden in 2012 testwedstrijden plaats. Het is nu de vraag hoe dit bevallen is bij verenigingen, atleetjes en ouders. Ton Dreuning heeft eerder dit jaar meegedraaid bij een wedstrijd nieuwe stijl en heeft hier en daar nog wat bedenkingen. Hij vindt het programma nu wel erg vol. Hij stelt dat vooral ouders klagen dat een wedstrijd lang duurt en dat hij zijn pupillen daar nooit over hoort klagen. Dreuning vindt de opzet vooral geschikt voor de jongste pupillen. Ook omdat de stap van A-pupil naar D-junior op deze manier nog groter wordt.
Aan het videoverslag van de wedstrijd in Weert is in ieder geval te zien dat presteren en plezier hand in hand kunnen gaan.
Foto: Otto Plantema
Lees ook:Vertrouwen in EK 2016
Lees ook:Graadmeter zomerseizoen
Lees ook:Strijd op 100 meter sprint
Lees ook:Wordt Mo Farah de nieuwe Superstar?
Lees ook:Omgaan met verliezen